Wat is er toch met die treinen
aan de hand. De intercity naar Heerlen lijkt wel een vervoermiddel non
grata. Ligt er ergens een blad op de rails tussen hier en Bergen op Zoom,
komt de temperatuur onder de 15 graden, waait de wind uit de verkeerde
hoek, is de machinist met het verkeerde been uit bed gestapt of heeft de
conducteur zijn tang vergeten, het maakt niet uit of hop; de trein naar
Heerlen wordt geschrapt, komt niet opdagen of is te laat. De boemel tussen Djnepropetrofsk en Timboektoe verloopt soepeler.
Het eind van het liedje is dat we met zijn allen in een piepklein
enkelwagons stoptreintje worden gepropt om al stoppend en schokkend onze
weg te vervolgen naar het nare en onwelvarende zuiden. Onderwijl staan er
op de diverse perrons horden reizigers te wachten. Allemaal voorzien van
een schoenlepel zodat ze zich ermee naar binnen kunnen wrikken. Het lijkt
met vlagen wel een ongekeerde geboorte. En persen maar. Tegen de tijd dat
we Hoenbroek verlaten staan de ruiten bol van de gestapelde passagiers.
Als je in een normale situatie zo kort tegen iemand aan staat dan krijg je
een bekeuring voor onzedelijk gedrag. Niet zo bij de NS per stoptrein
richting Heerlen. Als je in die drukte daar je zakdoek probeert te pakken
dan heb je grote kans dat je in het inlegkruisje uit de handtas van
mevrouw X staat te snuiten. Of als je je mp3 speler wilt oprollen omdat je
plots aan een zijde niets meer hoort dan blijkt meneer daar op je rechter
oorkapje te kauwen. Zijn kauwgom kleeft voor de afwisseling aan mijn
linker wenkbrauw. Geluk bij een ongeluk is dat je de conducteur niet ziet.
Die durft alleen nog maar stiekem vanuit het raampje van de bestuurder op
zijn fluitje te blazen. Hij zou stante pede gelyncht worden als er plaats
voor was.
Te Heerlen barsten de deuren open en worden we explosief op het perron
uitgebraakt door de overdruk. Iedereen ademt weer in en bedremmeld en
mentaal aangetast in onze zedigheid vervolgen we allemaal onze wegen. Net
op tijd om de aansluitende bus of trein voor ons oog te kunnen zien
wegrijden ware het niet dat onze bril in die mêlee van mensen niet ergens
op de verkeerde neus is terechtgekomen, cq we plots zonder opgaaf van
reden drager zijn van optische hulpmiddelen die toebehoorden aan onze
meest close buurman/vrouw. Ja, het valt niet mee voor 135euri de maand.
Ach, het is altijd nog beter dan met de auto, moet ik maar denken. Voor
het milieu dan. |