Carnaval is niet aan mij besteed. Daar ben ik of te
nuchter voor of in het andere geval loop ik al het hele jaar met die
feestneus rond. Normaliter is het geen probleem, je verstopt je lekker in
een hoekje van je woonkamer tot al die gekken zijn uitgeraasd en hup
daarna is iedereen weer als vanouds. Alle joligheid vervlogen en alle
chagrijnigheid weer uit de kast. Voor andere mensen zijn deze dagen dan weer
een sein om iets nuttigs te doen. Onder het mom van 'ledigheid is des
duivels oorkussen' komen zij om de hoek, met de slogan 'meehossen of
duivelse klussen'. Een van die andere mensen zwaait driftig de scepter in
dit huishouden en ik ben het niet. De duivelse klus in dit jaar heet, 'Verven en witten in de bijkeuken en in de badkamer'. Het feest begon al op Vrijdag. Met het oog op de Carnaval had ik op zijn minst een rustige werkdag op het oog. Njet dus. Dat is gedeeltelijk Russisch en vrij vertaald voor Oeteldonkers zoals jullie, betekend het dus: forget it. Iedereen moest perse nog een keertje naar de dokter en allemaal nog effe vlot een paar buisjes bloed aftappen want morgen (zaterdag) breekt de gekkenhel los. Tenslotte is bij haast niemand in de week erna het bloed nauwelijks nog van de desinfecteermiddelen te onderscheiden vanwege de achterstallige promillen. Daarbij was een groot deel van ons personeel reeds thuis om zich uit te dossen en te schminken en zich zodoende in het feestgedruis te storten. Ik was tegen het eind opgebrand als een zielig lucifertje die iemand vergeten was uit te blazen Dus na die heftige werkdag en vanwege mijn verkoudheid en de aanstaande schildertaken in het vooruitzicht sloop ik des avonds door het woon-werkverkeer als een mismoedige zwerver op zoek naar een onvindbare slaapplekje in de vorm van mijn woonkamerbank. Nog een klein vrijdagavondje lekker ongestoord niets doen als buffer voor het naderend onheil. 'Als jij nu nog even snel de belangrijkste boodschappen doet in plaats van morgen dan kunnen we morgenvroeg meteen beginnen', zei iemand resoluut uit de keuken. Het klonk niet als een voorstel waar eerst over gestemd zou worden. Nergens een wapen te vindend om me zelf mee van kant te maken, nam ik buitengewoon zielig de boodschappentassen ter hand en mijn MP3 speler. Tenminste mijn geliefde muziek om me heen terwijl ik door die vermaledijde AH liep. De juffrouw aan de kassa wenste me een prettig weekend toe en ik haar stilletjes naar een hetere plek, waar de duivel het vuur onder kon opstoken. Gelukkig stond er na de kassa mij niemand op te wachten met de vraag of ik 'voetbalplaatjes verzamelde en die aan hem wilde geven'. Want ik zweer je, die persoon had ongeacht zijn leeftijd het wereldrecord 'courgette in de brede weg doorslikken' met ruime cijfers verbeterd. Met mijn hulp Mijn resterende vrije vrijdagavond uren droogden sneller op dan een pils op markt van Sittard waar het carnaval vier kilometer verderop als zeeeeer luidruchtig gevierd werd geholpen door de windrichting en een geluidsinstallatie die mijn begrip nog steeds ver te boven gaat. Gelukkig was ik daar te moe voor om er al te veel last van te hebben toen ik verslagen naar bed kroop. Na een veel te korte nacht, het auto-rinsen en het ontbijt volgde het bezoek aan de verfhandel. Ook geen plek waar je voor je lol naar toe gaat. Ze stoppen je een hoop werk in de handen en je kunt je er blauw aan betalen ook nog. De prijs van de voor badkamers geschikte latex was zo hoog dat ik me stiekem heb afgevraagd of er niet een mannetje met een verfroller in de pot erbij zat. Helaas, de enige gratis verkregen extra attributen waren twee houten stokjes om de rommel mee om te roeren. Aangezien de resultaten van mijn vorige twee plafondklussen tot op de dag van vandaag vanwege het wolkige effect te wensen over lieten was de eerste taak een hechtmiddel aanbrengen. Het spul is duur, giftig, dun als water, kleeft, spat en kan dus niet met een roller worden aangebracht en mag dus nergens aankomen. Blij toe dat het niet ook nog radioactief is. Begin maar. Een geluk bij een ongeluk, het moet 12 uur drogen alvorens het overschilderbaar is, zodoende waren mijn taken de eerste dag vrij beperkt. Twee plafonds en de muren van de bijkeuken. Ik noem het voortaan de martelkeuken. Er zitten twee deuren in en er staan vier forse apparaten in. Een loeizware wasmachine met een loodzware droger op de bovenkant en een diepvriezer met een magnetron er bovenop. Daarmee is de helft van de ruimte bezet. De rest van de ruimte is voor mij, mijn laddertje een oude deken of twee tegen het spatten en mijn vermaledijde emmertje met spul. Vergeet de roller niet, de kwast en de kleine roller. Je kent ze wel die schuifspelletjes waar er een vakje vrij is en je moet alle letters op de goeie plek krijgen. Zoiets en dan met schilderen en dan weet je misschien nog niet dat alle twee de deuren van de bijkeuken naar binnen draaien als je naar buiten wilt. Als je vraagt of ik de Eiffeltoren wil schilderen of de bijkeuken dan vlieg ik je om de hals als ik voor de eerste mag kiezen. Daarbij moet je weten dat ik al hoogtevrees heb wanneer ik een kauwgum onder mijn schoen heb kleven. Schijnbaar zat er nog iets opwekkends in het hechtmiddel wat niet op de verpakking stond want in de avond raakten we vreselijk in de slappe lach. De dag erna alles nog eens dunnetjes over maar nu met latex. Superdekkend, toverdekkend, dubbeldekkend, wonderdekkend of magmadekkend; aan mijn hoela. De plafonds in duplo alstublieft want anders is het resultaat niet dekkend voor een goede verstandhouding. 'Misschien wil je nog even die smalle stukjes aan de andere kant van de bijkeukendeur doen.' Het boeide me niet meer . Het is alsof Caesar aan de slaaf in de arena vraagt die net door 14 tijgers verscheurd wordt of er nog een leeuw bij mag. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Volgende carnaval verkleed ik mij als schilder en ga meehossen. 'Bluf'? |
|